Chillfactor

Als je denkt aan de eilanden van Maleisië is Langkawi, nabij de Thaise grens, waarschijnlijk het eerste eiland wat in je opkomt. Toch loont het de moeite, als je langer op reis bent, je te verdiepen in de andere eilanden die spectaculairder, kleiner en minder toeristisch zijn. Deze eilanden van Maleisië zijn namelijk een lust voor het oog. Parelwitte zandstranden, turquoise oceaan en wuivende palmbomen laten je wegdromen en helemaal tot rust komen.

De eilandengroep Perhentians bijvoorbeeld, aan de Noord-Oost kant, is een waar paradijs voor backpackers. Ideaal om te snorkelen en te duiken. Parelwitte stranden, niet al teveel toeristen, alleen gelijkgestemden die overdag in het water zijn te vinden en ‘s avonds chillen bij een kampvuur op het strand.

Iets zuidelijker van de Pehertian eilanden is nog zo’n pareltje te vinden namelijk Redang Island. Te bereiken via de provincie Terenganu. Hier hoef je niets, alleen verse vis eten in een van de restaurantjes aan het strand of gewoon genieten van een zonsondergang vanaf je eigen veranda met uitzicht op de eindeloze oceaan. Maar de actieve reiziger hoeft zich hier niet te vervelen, je kunt hier fantastisch duiken, snorkelen of een jungletocht maken op zoek naar exotische flora en fauna. Laat je verwonderen door de ongerepte natuur van de rijk beboste en bergachtige binnenlanden. Hier kom je kleurrijke bloemen en geneeskrachtige exotische planten tegen. En niet te vergeten geurige specerijen die je later op je bord terug kunt vinden, zoals rode pepers, gember en kaneel.

Aan de wal bij Terengganu kun je je op de kleine lokale markt wagen aan de ‘koning der vruchten’ de Doerian, een 1,5 kilo zware vrucht met een romige textuur en aparte smaak. In veel hotels is het verboden dit fruit mee naar binnen te nemen vanwege de extreme en niet erg aangename geur die deze vrucht verspreidt. Proeven daarom alleen voor de echte avonturier!